mei 03 2011
KASSEIENONTMAAGDING
We hebben de Koppenberg, Kwaremont en Paterberg gehad en rijden naar Noord-Frankrijk. Daar liggen ze, net over de grens bij Tournai, de meest verschrikkelijke wegen waar een voertuig over kan rijden. De kasseistroken van Parijs-Roubaix.
Ik heb in mijn fietscarriere eigenlijk nog nooit op een echte kasseistrook gereden. Ja, de Willempolderseweg bij Geersdijk wordt tijdens wedstrijden kasseistrook genoemd. Lijkt het daar dan een beetje op? Of is het iets erger dan dat polderweggetje op Noord-Beveland? Is het echt een complete hel?
We rijden in het Franse gehucht Camphin-en-Pevele. Tijdens Parijs-Roubaix staan hier honderden mensen langs de kant van de weg, maar vandaag komen er maar toerfietsers voorbij. Er is geen hond op straat. We slaan rechts-af en daar zie ik ze 50 meter verder liggen. De steentjes van het beroemde Carrefour de l’Arbre. Het begin van mijn kasseiencarriere staat op het punt om te beginnen. Hoe liefdevol zal deze eerste ontmoeting met de kinderkopjes zijn? Ik zet een tandje bij en geef nog eens gas. Van m’n oom, waarmee ik samen rij, heb ik het advies gekregen om vooral tempo te maken. En dat doe ik.
1…2… daar gaan we! Boink-boink-boink. Ik heb nog maar 3 kasseien geraakt en weet niet wat ik meemaak… “What-The-FUCK!” Het lijkt of ik 4 drilboren in mijn handen heb gekregen om deze straat van al zijn stenen te ontdoen. TRRRRRRRRRRR… mijn voorwiel ploegt door de stenen, m’n reet lijkt op een trilbank te zitten en m’n wielen rijden als vierkante houten blokken. Die drilboren los laten is geen optie. Sterker nog, van angst houd ik mijn stuur toch maar iets beter vast. Ik moet er doorheen. Grauw!
De eerste bocht. Hier vlogen in 2009 Hoste en Flecha uit bocht. Ik hou het maar net en lijk het tempo erin te kunnen houden. Jongens toch! Wat is dit!? De drilboren gaan op standje 10 en mijn vingers dreigen gevoelsmatig los te trillen van mijn handen. Mijn knieën zitten los tussen mijn boven- en onderbenen. Ik praat mezelf in om gefocust te blijven. Niet aan de pijn denken!
Ik vlieg van links naar rechts en ontwijk iedere diepe put die tussen de stenen ligt. Echter heb ik al een tandje teruggeschakeld, omdat ik anders niet lekker meer doortrap. Ik kom gevoelsmatig in een ritme, maar kan niet wennen aan de boren. Wanneer stopt het? Kan ik niet ergens op het kantje rijden? Is dit het ergste stuk? Nee! Verdomme! Deze weg houdt 2200 meter zo aan.
Ik schrik. Sjips, een bocht naar links. Die had ik even vergeten. Hier vloog Hushovd twee jaar geleden nog smerig onderuit. Als een brokkenpiloot vlieg ik langs het kantje en ontwijk een put van zeker 20 centimeter diep. Dat ging maar net goed.
In de verte zie ik het café van het Carrefour de l’Arbre. Nog zo’n 800 meter en we zijn op het einde van deze strook. Hoewel ik aan de drilboren niet kan wennen, begin ik te genieten en kijk telkens eens stukje verder voor me. Mijn oom zie ik 150 meter voor me rijden en hij haalt net een andere toerrijder in. “O nee… o nee… o NEE! Hoppaa!!” De toerrijder rijdt met zijn voorwiel in een kuil en maakt een salto voorover, de graskant in. Hij krabbelt gelukkig snel weer op en wanneer ik ‘m passeer staat hij al lachend naast zijn fiets. Het hoort er blijkbaar bij, maar vallen op Carrefour de l’Arbre wil ik niet in mijn memoires hebben staan. Focussen! Focussen!
Ik kan het naambord van het cafe lezen en we zijn er. Mozes kriebels. Eindelijk kan ik de drilboren los laten. Wat een verschrikkelijke ontmaagding. Dit was inderdaad een hel. Maar wat een machtige ervaring! Onder mijn handschoen voel ik een blaar op mijn hand groeien. Misschien iets te hard in mijn stuur geknepen, maar ach… pijn, is op dit moment, ontzettend fijn.
We zijn nog geen 200 meter verder en slaan linksaf. Daar is de volgende alweer. Ja, kom maar hier met die drilboren. We moeten nog 2 stroken. Welke gek die strak liggende Willempolderseweg bij Geersdijk nog een kasseistrook durft te noemen, ik lach ze sinds gister echt vierkant uit.
Als wielerliefhebber was de Superklassieker een machtige rit. Al het mooie van Roubaix en Vlaanderen in 120 kilometer. Het was net dat ik de laatste 25 kilometer volledig in de kramp schoot. Nog nooit gehad en ik heb ook geen idee of dat aan de kasseistroken lag. En… o ja! Van dat gedokker over de stenen heb ik nog een mooi souveniertje over gehouden. Twee blaren die me de komende week nog even doen herinneren aan die mooie dag. Dit avontuur ga ik zeker nog een keer aan!
5 Reacties to “KASSEIENONTMAAGDING”
Goed gedaan Mark! Op naar alle 5 (met AGR erbij 6) klassieke toertochten rijden?
groeten,
Fabian
Wat een verhaal Mark! Prachtig hoe je het beschrijft. Mooi dat je deze ervaring nu rijker bent!
Wat een super verhaal je hebt zichtbaar genoten wat een kanjer.
Op naar de tour waar je misschien wel eens een berg wil beklimmen??
Machtig mooi verhaal Mark :D. Zoals je het beschrijft moet het inderdaad gewoon een hel zijn om daarover te fietsen…
Respect!
@Fabian: Weet je dat de echte Parijs – Roubaix 125 km is met 45 km aan kasseistroken. Dat gaan m’n handen niet redden hoor.
@Marieke: Bedankt Marieke! :-)
@ineke: Zeker genoten! Op de kramp na, was het een heerlijk dag!
@Pascal: Een heerlijke hel!