Om duidelijk te laten zien dat het kattenluikverhaal ons toch aardig hoog zit. We hebben vanavond de 1e reactie van Renier maar eens geprobeerd, “zet aan de andere kant een bakje met iets wat hij heel graag eet.” Nou Renier, hij is zot op zijn brokken…
Dit wordt ‘m dus niet. Volgende keer gaan we het eens proberen met natvoer. Bedankt Marieke!
Na een paar weken waren Jes en ik het beu. Iedere keer moest die deur weer open worden gehouden om Woody buiten te laten. En dat was nog niet het grootste probleem, want wanneer je boodschappen wilde doen, moest je op meneertje wachten voor je op pad kon. Gelukkig is daar een universele oplossing voor, het kattenluik.
Deur eruit, gat in de deur (bedankt pa!), kattenluik erin, TADAAA! Nou Wood, daar is je vrijheid. Wanneer het buiten licht is kan je gaan en staan waar je maar wilt… althans, dat dachten we.
Nu verwacht je dat je zo’n kat makkelijk uitlegt hoe zo’n kattenluik werkt. Hij komt toch ook altijd op schoot wanneer je op je bovenbeen klopt? Dit was toch bijna hetzelfde? Even het plastic raampje laten klepperen en voila!
We hebben de Koppenberg, Kwaremont en Paterberg gehad en rijden naar Noord-Frankrijk. Daar liggen ze, net over de grens bij Tournai, de meest verschrikkelijke wegen waar een voertuig over kan rijden. De kasseistroken van Parijs-Roubaix.
Ik heb in mijn fietscarriere eigenlijk nog nooit op een echte kasseistrook gereden. Ja, de Willempolderseweg bij Geersdijk wordt tijdens wedstrijden kasseistrook genoemd. Lijkt het daar dan een beetje op? Of is het iets erger dan dat polderweggetje op Noord-Beveland? Is het echt een complete hel?
We rijden in het Franse gehucht Camphin-en-Pevele. Tijdens Parijs-Roubaix staan hier honderden mensen langs de kant van de weg, maar vandaag komen er maar toerfietsers voorbij. Er is geen hond op straat. We slaan rechts-af en daar zie ik ze 50 meter verder liggen. De steentjes van het beroemde Carrefour de l’Arbre. Het begin van mijn kasseiencarriere staat op het punt om te beginnen. Hoe liefdevol zal deze eerste ontmoeting met de kinderkopjes zijn? Ik zet een tandje bij en geef nog eens gas. Van m’n oom, waarmee ik samen rij, heb ik het advies gekregen om vooral tempo te maken. En dat doe ik.