jul 03 2007
ONGEVAL
Vanmiddag weer eens de mindere kanten van mijn werk mee moeten maken. Een ongeval op de A58 met dodelijke afloop.Ik werd er op af gestuurd en ik hoef niet uit te leggen dat iemand daar met lood in zijn schoenen er naar toe gaat. Aangezien de rijbaan was afgesloten, maar de paralelweg genomen. Op zo’n moment is het vreemd om al een auto of 10 op de parallelweg te zien staan. Hulpdiensten in burger? Afzetters van de weg? Neen, nieuwsgierigen.
Na mijn auto te hebben neergezet in de file ben ik eerst eens gaan kijken op de dijk waar de plek pas echt te zien is. Een brok schoot in mijn keel. Het slachtoffer lag midden op de rijbaan met een schraal dekentje over haar heen. Afschuwelijk, mensonterend, dat je zo troosteloos aan je einde moet komen. De gedachten schieten meteen naar de nabestaanden. Zij moeten het nieuws nog horen, het nieuws wat hun hele wereld op zijn kop zal zetten.
Echter lijk ik de enige op de dijk met deze gedachten. De rillingen vliegen over mijn lijf wanneer ik de reacties hoor van omstanders. “Sow, dat moet een klapper zijn geweest”, “Kijk, ze pakken een vuilniszak, ze moeten nog stukjes zoeken.” “Eigenlijk niet veel te zien vanaf hier.” …(stilte)…
En dat is nog niet het enige. Ik tel binnen mijn bereik 5 fototoestellen en een handycam. Als ware paparazzi’s maken ze foto’s aan de lopende band, ieder detail wordt op de plaat vastgelegd. Een vader met kind op de arm komt ook even kijken. Begin van de vakantie natuurlijk, prima moment om je kind wat van de wereld te laten zien!?
Op dat moment komt de fotograaf van de PZC, Willem Mieras, de dijk opgelopen. Hij schrikt van het schouwspel op de rijbaan en belt linea recta naar zijn redactie: “Ik ga hier geen foto van nemen, dit is mensonterend. Een foto van de file wil ik maken, maar verder niet. ” De redactie is het met ‘m eens en na een kort gesprekje met mij haakt hij af. Gelukkig nog 1 met gevoel.
Het lichaam wordt een half uur later in de stromende regen weggevoerd. De omstanders druipen teleurgesteld af. “Kom, we gaan naar Goes. Vier auto’s op elkaar, misschien valt daar nog wat te zien.” In de verte rijdt de lijkwagen weg, het sein voor mij om beelden te draaien van een lege plek waar nog wat voertuigen staan. Ik verdom het om dit soort mensonterende taferelen te draaien en in de Zeeuwse huiskamers te gooien… maar ja, ik lijk op de dijk de enige met deze gedachte.